dinsdag 25 juni 2013

Kersttijd - 8. Verloren

Het is niet je keten. Niet de keten. Nee. Nee! Daar waren de tranen. Daar waren zijn armen. Hij tilde me op, zette me op tafel en ging naast me zitten met zijn arm stevig om mij heen.

‘Huil maar. Je hebt je best gedaan en ik weet hoe moeilijk het voor je is te leven zonder keten maar ik kan hem je niet teruggeven. Het jaar is nog niet voorbij. Je opdrachten niet voltooid. De 236 schakels nog niet terugverdiend. Verwacht geen wonderen deze Kerst. Ik zal niet van de regels afwijken of het regime versoepelen. Ben ik duidelijk?’
‘Ja.’
‘Alleen maar ja?’
‘Ja, je bent duidelijk.’
‘Vertrouw je me?’
‘Ja, ik vertrouw je.’
‘Weet je dat heel zeker?’
‘Ja.’
‘Je vertrouwt mij ook als het betekent dat ik je misschien nooit meer zal ketenen?’


Zeg me niet dat dat zal gebeuren. Zeg niet dat dit het moment is waarop je mij laat gaan. Ketenloos slavin. Bezit. Niets. ‘Hier is niemand behalve ik’, had hij gezegd. En ik dan? Ik ben toch ook iemand? Maar als bezit ben je niemand. Niets. Inwisselbaar.


‘Doet het pijn te beseffen dat het is zoals het is?’

Ik weet niet meer wat ik deed of zei maar ik weet nog hoe slap ik me voelde. Hoe klein en alleen en hulpeloos.


‘Kate?’

Hij moet me opgevangen hebben en neergelegd want toen ik mijn ogen opendeed, lag ik op de grond. Mark was bij mij. Ik hoorde zijn stem alsof ik niet weg was geweest.


‘Kate, kijk me aan.’


Ik keek hem aan. Ik zag hoe hij naar mij keek. Onderzoekend, geruststellend. Hij legde zijn hand op mijn wang, zijn duim op mijn lippen die ik automatisch opende en geopend hield terwijl zijn andere hand langs mijn lichaam gleed naar beneden waar ik mij net zo vanzelfsprekend voor hem opende.


‘Kate. Lieve Kate. Gaat het?’

Nadat hij zich ervan had vergewist dat alles in orde was en ik dat had beaamd, stond hij op en gebood mij ook op te staan, voor hem te gaan staan, hem aan te kijken terwijl hij opnieuw de vraag stelde, onze vraag.


‘Kate, vertrouw je me?’

Hij herhaalde alle vragen en de conclusie zoals hij ze eerder had uitgesproken en de pijn was minder acuut maar het besef niet minder groot. Ik had mijn keten definitief verloren.

 



Kate